Artistiek leider Tessa Lamberts: “Daar waar herkenning is, is troost“.

tessa

Artistiek leider Tessa Lamberts: “Daar waar herkenning is, is troost“.

Het is je misschien niet ontgaan dat Tessa Lamberts steeds meer voorstellingen maakt bij Troost. Ze is een vast en waardevol talent in onze groep geworden. Het enthousiasme is gelukkig wederzijds, dus vormt Tessa vanaf dit seizoen samen met oprichter Frank Hoek de artistieke leiding van Troost. De programmering van seizoen 24/25 is rond en er wordt al hard nagedacht over het volgend seizoen. Tijd dus om eens wat vragen aan Tessa te stellen.

Je bent er echt ingegleden, hè? Maar het is toch wel een stap, die tijd en energie kost. Waarom heb je ja gezegd op Troost?
Vanaf het eerste moment voelde het als regisseur gelijk goed. Er was een klik met Frank. En de mentaliteit van de spelers is heel prettig. De reden waarom mensen spelen en de wijze waarop ze een stuk aanvliegen verschilt namelijk per groep. Mijn eerste regie tijdens corona voelde als een warm bad, ondanks de omstandigheden. Troost is gewoon een toffe groep mensen. Spelers die hun tekst kennen. Die op een goed niveau spelen, maar niet naast hun schoenen lopen. Super toegewijd en enthousiast.
En er was de naam Troost natuurlijk en wat daaronder zit. Toen ik het toelatingsproces voor de toneelacademie Maastricht doorliep, vroeg dramaturg Bart van den Eynde – van toen nog toneelgroep Amsterdam- me: waarom maak je theater? Ik weet nog dat ik zei: “ik maak theater omdat het troost biedt”.

Wat betekent dat troost bieden via theater?
Ik geloof in stukken die resoneren, die herkenbaar zijn voor het publiek en die raken aan mensen hun eigen ervaringen. Dat hoeft niet alleen maar verdrietig te zijn, dat kan juist ook heel vrolijk en grappig zijn. Daar waar herkenning is, is troost. In het dagelijks leven zoeken we naar evenwicht en harmonie. Als zaken lastig worden laten we vaak niet het achterste van onze tong zien, omdat dat grote consequenties kan hebben. Het uiten van emoties is een gevaarlijke aangelegenheid; we worden erom veroordeeld, de schade is niet te overzien. Het toneel toont diezelfde lastige situaties. Alleen wordt er nu wel mee aan de haal gegaan. Zo toont zich in al zijn grilligheid wat er daadwerkelijk aan de hand is, wat we werkelijk denken en voelen. Hoe waarachtiger en herkenbaarder dit alles tot uiting komt, hoe meer we in vervoering raken, hoe meer het stuk wordt omarmd en hoe groter het applaus. We herkennen wat we zien, we zijn niet langer alleen.

Je noemde al de samenwerking met Frank, die Troost ooit heeft opgezet en ook een signatuur heeft ingezet. Hoe voeg jij je daarin en welke lijn wil je zelf aanbrengen?
Wat ik mooi vind aan wat Frank heeft ingezet, is dat het gaat om de ontwikkeling van spelers. Soms kan theater maken alleen maar lekker samen spelen zijn. Bij Troost is het ook ontwikkelen, beter worden, met elkaar continu op zoek gaan naar groei. En die ontwikkeling wil ik graag nog beter bedienen. Daarom wil ik ook zoeken naar docenten en regisseurs die ons als groep en spelers laten leren. Daarom steek ik energie in de zoektocht naar theatermakers die ons beter willen maken. Hoe gaaf is het als de beste professionals van Nederland hun talent met ons willen delen via workshops, masterclasses en trainingen. Cool toch. Hoe ver kunnen we het schoppen met zijn allen? Dat is een soort ambitie of enthousiasme wat eronder zit.

Je hebt het minder over het soort stukken die we moeten maken en of jij en Frank daar hetzelfde over denken?
In stukkeuze zitten Frank en ik snel op één lijn. Het hoeft niet per se modern of ouderwets, drama of komedie te zijn. De kwaliteit een verdere zet geven daar zit onze uitdaging. Inhoudelijk moeten stukken zo goed zijn dat ze essenties raken – dat ze die kwetsbaarheid waar we het net over hadden een plek geven op het toneel. Dat ze van waarde zijn om te spelen. Of dat nu Electra van Euripides is of Gidsland van Nathan Vecht, zo lang ze maar de echte thema’s raken en troost brengen, dan is het goed. En dan ga ik liever voor diversiteit in stukken, dan voor één lijn.
Regisseurs komen ook vaak zelf met een stuk. Het is belangrijk dat die stukken op de een of andere manier aansluiten bij de belevingswereld van nu, bij wat om ons heen en in onze levens gebeurt. Een regisseur kiest dan een koers, heeft een stijl en maakt. Ik ondersteun door mee te kijken en te denken, maar dat is altijd vanuit de visie van die maker. Ook ik nodig sinds kort regisseurs uit om naar mijn doorlopen te komen kijken. Samen zie en weet je meer. Ook ik wil kritisch blijven naar mijzelf en doorleren en groeien in mijn vak.

Theater maken is natuurlijk heel persoonlijk. Hoe zou je jezelf als mens typeren en wat zien wij daarvan terug op het toneel?
Ik zoek als mens de verbinding. Als artistiek leider en regisseur dus ook. Ik wil in het groepsproces mensen uitnodigen, dat doe ik ook in de stukken die ik maak. Ik probeer te bereiken dat we veel aan elkaar hebben en elkaar in onze kracht zetten. Op het toneel en erbuiten. Mooie en betekenisvolle dingen maken doe je met elkaar in verbinding. Onlangs vertelde Ajax coach Farioli dat speler Berghuis, die zelf niet was opgesteld, voor de wedstrijd zijn medespelers toesprak. Zodanig dat Farioli er zelf geëmotioneerd van was. Even later wonnen ze van Feijenoord. Saamhorigheid opbouwen, ego’s aan de kant, je zelf laten raken en dan slagen, daar krijg ik kippenvel van.

Tessa Lamberts regisseert dit seizoen zelf de Jodenverraadsters, dat vanaf 25 april 2025 te zien is. Je kunt hier al kaarten reserveren.