A case for the existence of Michel

michel

A case for the existence of Michel

Iedere maand praten we met een Troost speler over acteren en wat dat voor die persoon betekent. Maak deze keer kennis met Michel Hueber.

Hoe ben je bij Troost terechtgekomen?

Ik hield altijd al van toneelspelen. Dat begon op de middelbare school. We hadden daar een fanatieke toneelgroep en ik speelde ieder jaar in de schoolvoorstellingen. Zelfs na mijn middelbare schooltijd ben ik nog een paar keer teruggekomen om mee te spelen. Toen ik Richard, mijn man, ontmoette, kwam ik in contact met Troost. Via hem ben ik bij Troost betrokken geraakt. In het begin deed ik vooral publiciteit, maar in 2005 besloot ik weer zelf op de planken te staan. Dat was een geweldige stap.

Waar kijk je zelf het liefst naar?

Er zijn veel stukken die me aanspreken, maar als ik zo terugdenk, komt er een voorstelling naar boven: ‘A case for the existence of God’ door Theater Rotterdam. Het ging over twee jeugdvrienden die elkaar na jaren weer ontmoeten en samen op een bankje zitten. De hele voorstelling spelen zij op dat bankje. Dat vond ik prachtig door de eenvoud en de intensiteit van het acteren. Ook de stukken van ITA waarin live muziek wordt gebruikt, vind ik geweldig. Een ander hoogtepunt was de toneelbewerking van ‘Weg met Eddy Belleguelle’ naar de roman van de Franse schrijver Édouard Louis. Dat raakte me diep, vooral omdat het me terugbracht naar mijn eigen coming-out. Het is bijzonder als theater zo’n persoonlijke snaar raakt.

Wat is je favoriete rol geweest?

Een rol die er voor mij echt uitspringt, is die van de doorgesnoven advocaat Tom in het stuk Cloaca. Dat personage had zoveel lagen: humor, verdriet en een gevoel van mislukking dat je niet kunt negeren. Het was fantastisch om zo’n gelaagd karakter te spelen en het publiek zowel te laten lachen als te raken. Die rol voelde heel compleet en gaf me de kans om mezelf als acteur verder te ontwikkelen. Bovendien hebben we dat stuk jarenlang gespeeld, vooral in huiskamers. Door die herhaling kon ik het personage steeds verder verdiepen.

Welke personage staat het verst van je af?

Ik zag laatst Sex en Eten van Esther Gerritsen, gespeeld door onze eigen Maartje Allebes en Camille Welie. Een rauwe, seksuele voorstelling, met veel boosheid. Dat is iets wat bij mij niet zo natuurlijk komt. Ik heb overigens door toneel wel al geleerd om boosheid ook in het dagelijkse leven op een functionele manier neer te zetten. Het proces om een personage tot leven te brengen, heeft me veel geleerd over emoties en hoe je die kunt gebruiken. Dat heeft me niet alleen als acteur, maar ook als mens verrijkt.

En wat is jouw droomrol voor de toekomst?

Toch wel een rol die heel rauw en emotioneel intens is, iets dat heel ver van mij afstaat. Dat lijkt me een enorme uitdaging. Maar uiteindelijk is het aan de artistieke leiding om het programma samen te stellen. Ik sta open voor alles wat op mijn pad komt. Dit jaar is dat De Curator.

Wat kun je vertellen over je rol in “De Curator”?

Ik speel de rol van ondernemer Rick Gislebakken. Hij is een typische boerenslimme zakenman, die samen met een compagnon een IT bedrijf runt. Rick denkt dat hij overal verstand van heeft, maar neemt het niet zo nauw met de regels. Dat leidt uiteraard tot de nodige spanningen en uiteindelijk gaat het ook verkeerd met zijn onderneming. Het is een interessante rol, omdat het personage zowel humoristisch als tragisch is. Hoewel Rick ver van mij afstaat, vind ik het leuk om zo’n kleurrijk karakter neer te zetten.

Over het niet zo nauw nemen gesproken: je bent ook de penningmeester van Troost. En je hebt een full time baan. Hoe combineer je dat met acteren?

Ik ben al zo’n tien jaar penningmeester bij Troost. Het is een rol die veel verantwoordelijkheid vraagt, zeker omdat de financiële situatie na corona een uitdaging is. De vaste lasten zijn enorm gestegen en het aantal verkochte huiskamervoorstellingen is nog niet helemaal terug op het oude niveau. We hebben daarom onze kosten verlaagd en hebben de contributie moeten verhogen. Ook proberen we meer voorstellingen te plannen, zowel in theaters als in huiskamers. Het mooie is dat mijn zakelijke ervaring hierbij goed van pas komt. Alles wat ik in mijn werk leer, kan ik inzetten om Troost financieel gezond te houden. En andersom leer ik van mijn rol bij Troost mensen beter te begrijpen. Dus uiteindelijk versterken alle rollen elkaar.

Wat maakt die huiskamervoorstellingen zo bijzonder?

Huiskamervoorstellingen zijn echt uniek. Het intieme karakter dwingt je om scherp te zijn; je staat letterlijk op een paar meter van het publiek. Dat vraagt om improvisatie en aanpassingsvermogen, want iedere huiskamer en ieder publiek is anders. Het spelen in zo’n kleine setting helpt je om de diepte in te gaan met je rol. Je ontwikkelt jezelf als speler en leert om echt in het moment te zijn. Daarnaast creëert het een bijzondere band tussen de spelers en het publiek. Het voelt altijd heel persoonlijk en intens.

Tot slot: wat betekent acteren voor jou persoonlijk?

Acteren is voor mij een vorm van expressie waarin je verbindingen legt, zowel met de spelersgroep als met het publiek. Het is een prachtige mix van creativiteit, samenwerking en persoonlijke groei. Dat maakt het zo waardevol. Maar het is ook gewoon heerlijk om applaus te halen hoor.